Into the heart of Borneo - Reisverslag uit Ayutthaya, Thailand van Anne Breggen - WaarBenJij.nu Into the heart of Borneo - Reisverslag uit Ayutthaya, Thailand van Anne Breggen - WaarBenJij.nu

Into the heart of Borneo

Blijf op de hoogte en volg Anne

22 Januari 2013 | Thailand, Ayutthaya

Oud & Nieuw was op zijn zachtst gezegd… Bijzonder. Vuurwerk is in Maleisië illegaal, dus op de rooftop bar waar ik met een aantal locals dineerde werd iedereen telkens uitzinnig van vreugde als er een keer een pijl de lucht in ging. Verder is ook alcohol verboden als je een echte Maleisiër -d.w.z. moslim- bent (dit staat op je ID-kaart dus je kunt moeilijk doen alsof je een import-chinees bent), en de politie vond oud & nieuw daarom de uitgelezen kans om invallen te doen in de plaatselijke pubs en disco’s. Hoe bedoel je, feestje verpesten..? Gelukkig beschikten de locals waarmee ik was over genoeg inside information om ons naar een underground disco te loodsen. De avond eindigde verder met de sterkste alcohol die ik ooit heb gedronken; ik weet niet of de cobra en de schorpioen die in de desbetreffende fles zaten er iets mee te maken hadden, maar ik voelde me behoorlijk vergiftigd de dag erna. (Hoogslaper, teiltje… Hallo, 1 januari.)

Op twee januari was ik weer fris en fruitig (niet helemaal waar, ik moet erbij vertellen dat mijn hostel tegenover een discotheek slash karaokebar gesitueerd was, en zelfs op 1 januari ging het feest daar tot 3:00 uur door. Wie gaat er in vredesnaam uit op 1 januari?!), en kon ik vertrekken naar één van de hoofdredenen waarom ik naar Borneo was gekomen: mijn zoektocht naar “longhouses”. Ik voelde me natuurlijk een enorme avonturier en heb me moeten weerhouden een kapmes en bandana aan te schaffen (alleen maar extra bagage.)De oorspronkelijke inwoners van Borneo wonen namelijk nog steeds in hartje rimboe in deze huizen waar steeds een deel aangebouwd wordt als kindlief trouwt. Een deel van de tientallen verschillende stammen die diep in de jungle leven beoefende tot eind 19e eeuw het koppensnellen, en deze traditie hebben ze tijdelijk weer opgepakt tijdens de tweede wereldoorlog (en zijn schijnbaar heel wat Japanse hoofden op paaltjes geëindigd) alvorens er volledig afstand van te doen.
De reis naar de longhouses toe was op zich al een prachtige ervaring. Om de 150 km de rivier op te komen (er is geen weg) richting de longhouses moesten Dan, mijn reisgenoot, en ik, zo’n 10 uur overbruggen in een flying coffin. Zoals de naam al doet vermoeden kreeg je zelfs als je geen claustrofobie hebt, het al benauwd van de langwerpige overdekte boot. We hebben dus 10 uur OP de flying coffin gezeten. De Batang Rajang-rivier, die aan beide kanten volledig is omzoomd door regenwoud, is tientallen meters breed en stroomt ontzettend snel. Door de vele stroomversnellingen, draaikolken, ondieptes en krokodillen ben je werkelijk verloren als je in het water valt. Gelukkig zijn de kapiteins van de boten hier erg bedreven. Om de paar kilometer verschenen er longhouses tussen het oerwoud door, compleet in de middle of nowhere, sommige wel 80 deuren lang. Bij de iets grotere dorpjes kwam er een aanlegsteiger aan te pas, waar de matrassen, eieren, honden, tv’s en etenswaren die iedereen uit de “stad” mee had gebracht iets gemakkelijker geladen en gelost kon worden. Om een uur of 10 AM kregen we gezelschap van een jongeman die heel veel onverstaanbaar engels sprak, maar heel graag zijn rijstwijn met ons wilde delen. “Good for health, liquid confidence”. Daar konden we natuurlijk geen nee tegen zeggen. Resultaat, ietwat tipsy aangekomen op plaats van bestemming, Belaga.

In Belaga hebben we via een gepensioneerde gids twee overnachtingen geregeld bij longhouses en een jungletrekking naar semi-nomaden. Ik hoopte op een goede nacht slaap, want de reis was behoorlijk lang geweest. Helaas, het belangrijkste tijdverdrijf van de inwoners hier, is hanengevechten, en iedere zichzelf respecterende Belagaan heeft er minimaal één. Dit stadsmeisje dacht dat hanen altijd gingen kraaien als de zon op kwam, maar niets is minder waar. Ze beginnen al om 3 uur. Dan en ik smeedden plannen om het kapmes van onze gids te stelen en ze één voor één om te leggen (hebben we niet gedaan). ’s Ochtends bij het ontbijt was ik dan ook blij om kip te ontdekken in mijn eten, en ik hoopte dat tenminste één haan het loodje zou hebben gelegd, maar ze gebruiken ze echt alleen voor gevechten.
De eerste overnachting bij het longhouse heb ik moeten missen doordat ik zelf bijna het loodje had gelegd door een zonnesteek (het is godsgruwelijk benauwd in de jungle en zelfs ik zweet me het apelazarus), maar de tweede overnachting maakte alles meer dan goed. We kwamen aan bij het dorpje, Long Mejawa (ik heb het proberen te vinden op google maps, maar het bestaat niet. Belaga als stad bestaat zelfs niet, dat wil wel iets zeggen over de onherbergzaamheid), waar we eerst bij een kennis van onze gids op bezoek gingen. Daar kwam de traditionele fles zelfgestookte rijstwijn weer op tafel; we waren dan ook de eerste bezoekers sinds 2006 en mochten tekenen in het antieke gastenboek. Ik moest naar de wc en liep naar binnen. Ietwat beneveld door de rijstwijn keek ik vol afgrijzen naar iets dat nog het meeste weghad van een zwartgeblakerd, half onthoofd kind. Net toen ik ontdekte dat de voeten niet heel menselijk waren, beantwoordde mijn gastheer mijn ongestelde vraag: “macaque, very tasteful, dinner tonight!” Oké, vanavond ben ik vegetariër.
Gelukkig was dit niet het huis waar we overnachtten dus ik hoefde niet te liegen. Voor de overnachting gingen we op zoek naar de “maren uma”, de hoofdman. Deze woonde met zijn vrouw, nog twee van zijn dochters (van 24 en 27) en zijn kleinkind in een enorm longhouse. De dochters konden relatief goed engels, en vertelden ons erg veel over hun stam, Kayan. Ze waren zo blij ons als gasten te hebben dat ze ons overhaalden nog een dag te blijven, wat we erg graag deden. Ze hesen ons in traditionele kleding, gaven ons een rondleiding door het dorpje en vertelden ons bij iedere plant wat je ervan kon eten of als wat voor medicijn je het kon gebruiken. Ik voelde me wederom weer erg stadsmeisje... ;) Aan de inheemse lekkernij konden we niet ontsnappen: bitter leaf, besmeerd met gemalen slakkenhuis en een ondefinieerbare keiharde noot erop. Ik brak haast mijn tanden op de noot en ging bijna over mijn nek van de bitterheid. Ik kan het niet echt lekker noemen, maar hier eten ze het als kauwgom.

Na dit avontuur ben ik via wat korte tussenstops en wat oplaadpunten in de vorm van een grote gele ‘M’ beland noordoosten van Borneo, de Semporna Archipel. Hiervoor moest ik ook het sultanaat Brunei doorreizen, waarvoor ik in één dag 10(!) stempels in mijn paspoort rijker was. Onderweg zag ik het aanvankelijk ondoordringbare oerwoud veranderen in palmolieplantages zo ver als het oog reikte. Palmolie is hét exportproduct van Borneo en door het aanleggen van plantages en door algemene houtkap, verdwijnen per dag tientallen vierkante kilometers aan millenia oud regenwoud. Ontzettend treurig om te zien, zeker als je weet dat het het hele ecosysteem verwoest en dat vele bedreigde diersoorten, waaronder orang-utans, bijna geen leefgebied meer over hebben. Daarom wil ik jullie graag wijzen op deze site: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/palmolie.aspx, en geen producten meer te kopen die palmolie bevatten (o.a. bepaalde margarines en frituurvet). Ik was in ieder geval behoorlijk geschokt toen ik de ontbossing met eigen ogen zag en geloof dat alle kleine beetjes helpen.

In de Semporna Archipel heb ik even wat zon, zee en strand mogen ervaren; een compleet andere kant van Borneo. Ik ging er heen om te duiken, maar de prachtige eilanden waren een fijne bijkomstigheid. Ik heb heel veel schildpadden, pijlstaartinktvissen en murenen gezien maar ook de meest bizarre beesten; felgekleurde zeeslakjes en een vis die opeens pootjes bleek te hebben. Na deze vrij dure dagen ben ik naar mijn laatste bestemming vertrokken, Sukau, waar ik twee dagen jungle cruises op de Kinabatangan rivier heb gedaan. Daar zit veel wildlife – in tegenstelling tot de jungle bij de longhouses, omdat de bevolking daar op de beesten jaagt-, mede omdat al het oerwoud in de weide omtrek gekapt is, en de dieren noodgedwongen geconcentreerd zitten rondom de rivier. Op veel plekken is het andersom, maar hier doet toerisme werkelijk iets goeds: inwoners houden de rivier schoon (op de Batang Rajang-rivier donderde iedereen zijn afval in het water en had je zelfs kleine afval-draaikolken in de rivier) omdat toeristen geen aap willen fotograferen met een plastic flesje in zijn handen, en het oerwoud wordt niet verder gekapt, want zonder oerwoud geen dieren en zonder dieren geen toeristen. Ik werd door mijn gids meteen “lucky Anne” gedoopt, want binnen een half uur zagen we een hele groep pygmee-olifanten (bijzonder), een 7 meter lange krokodil (uitzonderlijk) en een orang-utan mannetje (zeer uitzonderlijk). Verder nog veel neusapen en neushoornvogels gezien, een jungletrekking gemaakt, erg lekker gegeten, compleet natgeregend en wederom de volgende dag pygmee-olifanten en orang-utans (vrouwtje en baby) gezien. Om deze reden besloot ik het orang-utan rehabilitation centre dat nog op mijn lijstje stond over te slaan. Hier werden ze namelijk gevoerd, en ondanks dat ze half-wild waren, had je kennelijk wel een beetje een dierentuin-gevoel. En hé, wat kan in vredesnaam nog 3 wilde orang-utans overtreffen?

Inmiddels ben ik weer in Thailand, verjaard maar nog niet bejaard. Papa was als verrassing overgekomen uit Koh Chang, en we hebben met zijn tweeën Bangkok verblijd met onze aanwezigheid, maar daarover later meer want dit verslag is al veel te lang (sorry)!

  • 22 Januari 2013 - 19:07

    Leonie:

    Leuk om te lezen Annie! We missen je hier op de banken in de Grot! Veel plezier met de rest van je reis en kijk uit naar je volgende verhaal! X

  • 22 Januari 2013 - 22:09

    Sanne:

    An! Dit klinkt echt zo vet :) Je verhalen zijn echt te gek, ik hoop je deze week nog wel even in het echie te spreken. Enjoy! XX

  • 22 Januari 2013 - 23:23

    Planjer:

    Gaaf! Mooie verhalen en leuk geschreven. Geniet ervan! X

  • 22 Januari 2013 - 23:23

    Planjer:

    Gaaf! Mooie verhalen en leuk geschreven. Geniet ervan! X

  • 22 Januari 2013 - 23:59

    Kiki:

    woooow heel erg bijzonder!

  • 23 Januari 2013 - 00:39

    Ine:

    An! Wat een avonturen, leuk om te lezen! X

  • 23 Januari 2013 - 09:24

    Rosa:

    Wow wow Wow wow Wow wow Wow wow Wow wow Wow wow Wow wow :-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Thailand, Ayutthaya

Anne

Actief sinds 24 Mei 2010
Verslag gelezen: 1504
Totaal aantal bezoekers 51996

Voorgaande reizen:

09 Augustus 2014 - 03 Oktober 2014

Suriname

20 November 2012 - 20 Augustus 2013

Around the world

21 Juni 2010 - 18 Augustus 2010

Stage en backpacken in Malawi

Landen bezocht: